Gisel, de kat werd geboren in Lissabon, onder een prachtige bougainvillea in een mooie tuin aan de voet van het St. Georges-kasteel. Toen Gisel werd geboren, had ze haar ogen wijd open en ze bleven zo, zelfs terwijl ze sliep. Men denkt dat dit te wijten was aan haar nieuwsgierigheid. Gisel wil alles zien, alles weten en niets missen. Al heel vroeg verliet ze haar tuin om nieuwe plekken, charmante boetieks, buitengewone ijssalons, met uitzondering van banketbakkers, en ongeëvenaarde visverkopers te ontdekken.

Gisel is erg koket. Ze houdt vooral van vrijheidsjurken omdat het haar doet denken aan haar bloemrijke tuin. Ze is dol op haar leven, dat ze beschouwt als een constante schattenjacht. Op een dag, terwijl ze op een lage bakstenen muur rustte, verraste een klein meisje haar door haar te strelen. Haar ogen vielen dicht van plezier sindsdien.

Ook al rent Gisel nog steeds overal rond met haar ogen wijd open, haar grootste plezier is om gestreeld te worden door een kind.